In mijn vorige blog heb ik een pleidooi gehouden voor de citizen developer, de power user die een belangrijke rol vervult in de digitale transformatie door problemen op de werkvloer aan te pakken met de -vaak beperkte- middelen die hij tot zijn beschikking heeft. Dit leidt soms tot uitzonderlijke resultaten, zoals laatst bleek tijdens een Microsoft-evenement over haar Power-platform.
De spreker was Samit Saini, een beveiliger op Heathrow die kansen zag op de werkvloer en zonder enige automatiseringskennis aan de slag is gegaan met PowerApps. In heel korte tijd kwam hij met oplossingen die het bedrijf enorm veel geld en tijd bespaarden. Inmiddels is hij fulltime bezig met de ontwikkeling van apps en het lesgeven hierin aan zijn collega’s. Zie hier zijn inspirerende verhaal.
Een nieuwe kans
Dit verhaal en nog enkele andere, hebben mij bewogen om nog eens goed naar PowerApps te kijken. Ik was er al in een vroeg stadium mee in aanraking gekomen toen het nog Project Sienna heette. Een experimenteel platform voor het maken van low-code/no-code-oplossingen. Destijds was het nog zodanig onafgewerkt, incompleet en overcomplex dat ik het snel heb afgedaan als onwerkbaar. Een vergissing, zo blijkt achteraf. Na de eerste feedback is Microsoft stilletjes in de achtergrond verder gegaan met de ontwikkeling en heeft het geïntegreerd met Office 365. Dat bleek een gouden zet, want het vult op deze manier een gat op dat was ontstaan met het uitfaseren van InfoPath. InfoPath werd (en wordt nog steeds) gebruikt voor het maken van invoerschermen met complexe logica en was ook de achterliggende technologie achter aangepaste formulieren in SharePoint. PowerApps lijkt net op tijd productierijp te zijn om InfoPath te vervangen. In de meest recente versies van SharePoint is het al standaard geïntegreerd en ook in Teams kan het al gebruikt worden.